Mijn vader, dit jaar zou hij honderd zijn geworden als hij niet acht jaar geleden was overleden, liet het financieel runnen van het gezin over aan mijn moeder. Toen zijn loon nog wekelijks in een bruin loonzakje op vrijdag door zijn werkgever, de plaatselijke melkfabriek, werd uitgereikt gaf hij dat ongeopend aan haar. Hij gaf, tot hij stopte met roken rond zijn vijfenveertigste alleen geld uit aan een pakje shag en aan benzine voor de auto. Toen ook de auto de deur uit ging omdat hij een gevaar op de weg was geworden en mijn moeder weigerde nog langer naast hem plaats te nemen in zijn Daf gaf hij helemaal geen geld meer uit. Hij was een meester in hergebruik van materialen en om van niets iets te maken. Als hij met een projectje begon keek hij in zijn rommelige oude schuurtje of er in de wanordelijke zooi van bewaarde rommel niet iets was wat hij voor het doel wat hij voor ogen had kon gebruiken. Oude roestige spijkers sloeg hij weer recht, van stukken taai leer maakte hij scharnieren voor een hekje. Dat van niets iets maken en spullen bewaren voor je weet maar nooit hebben mijn boers en ik in onze genen van mijn vader meegekregen. Zo spartaans als mijn vader dat we oude spijkers recht slaan om ze opnieuw te gebruiken zijn we nog net niet maar we zien hergebruik mogelijkheden in veel dingen.
Zo koop ik bij Emaus regelmatig de planken, voor 1 euro per stuk, die ooit dienden als zijkanten van bedden. Vaak van massief beuken of eiken en éénmeternegentig lang. Ik maak er neuten van voor de deurposten en nu ik besloten heb een werkbank in de uitgebreide buanderie te plaatsen heb ik het werkblad gemaakt van op maat gezaagde en aan elkaar gelijmde bedzijkanten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten