vrijdag 5 februari 2010

De eerste feestdagen in Belmont

mooi winterlicht

De dagen rond kerst en oud en nieuw ontvingen we ons eerste Nederlandse bezoek. Hoe zouden zij het vinden? Dat primitieve, de kou? Hans, Ed en Alike, Frank en Marcel waren onder de indruk. In ieder geval zeiden ze dat. En ik was trots.
Met Ed, als landschapsarchitect toch een soort tuinman, maakte ik een begin met het snoeien van de oude verwaarloosde appel- en perenbomen.

Ed laat zien hoe het moet


enkele bomen zijn hoog

Bij sommige bomen moest ik echt een flink eind klauteren om bij de takken te komen die ik wilde verwijderen. Ook al was ik nog zo voorzichtig, misschien denk ik altijd dat ik voorzichtig doe maar is dat in werkelijkheid niet zo, op een gegeven moment schoot mijn schoen van een glibberige tak en kon ik mijn rechterarm arm nog net om een flinke tak haken. Zo bengelde ik een meter of vier boven de grond. Terwijl ik steun zocht voor mijn voeten om me uit deze positie te bevrijden keek ik in de richting van het huis of ik Liesbeth ergens zag. Deze actie zou haar de stuipen op het lijf jagen en haar gedachten over mij als brokkenpiloot bevestigen. Gelukkig was zij in geen velden of wegen te bekennen en kon ik mij trillend in veiligheid brengen. De uren die volgden was ik meer op mijn hoede.

Met kerst bezochten we om tien uur 's avonds de nachtmis in de veel te grote koude kerk in het dorp op honderdvijftig meter van ons huis. We wilden alles meemaken, zien wie de nachtmis bezoekt, hoe het hier toe gaat. We hadden al van onze buurman begrepen dat hij in ieder geval niet zou gaan. Hij maakte niet de indruk veel interesse te hebben in deze kerstdienst.
Er waren ongeveer honderd mensen op de mis afgekomen. Opvallend was de weinig feestelijke kleding die de mensen droegen en het tempo waarin de mis er doorheen werd gejaagd. Alsof de geestelijke die de mis leidde, hij zong overigens verschrikkelijk vals, nog in enkele andere dorpen ook een nachtmis te verzorgen had. Na vijfendertig minuten stonden we weer buiten. Niet erg overigens want we waren verkleumd, verlangden naar onze warme kachel.

Met oud en nieuw was het stil, heel stil in het dorp. Je hoorde helemaal niks, hier en daar flikkerden tv-licht door de gesloten luiken. Veel bewoners waren bij vrienden. Kerst vier je hier met de familie en oud en nieuw met vrienden. Wij hadden ook vrienden op bezoek.
Nederlanders hebben om 24.00 uur een onweerstaanbare drang om naar buiten te gaan, mensen te groeten, te kijken wat er gebeurt. Toen wij buiten stonden gebeurde er helemaal niets. Ik was echter voorbereid op deze situatie.
In 2006 waren Liesbeth en ik toevallig in Porto op de dag van het feest van São João. 's Avonds werden in de hele stad honderden/duizenden papieren hete luchtballonnen opgelaten. Een prachtig gezicht. Onder de ballon hing een bakje met parafine (niet goed te zien op de foto) wat werd aangestoken en dat verwarmde de lucht in de ballon. Als deze warm genoeg was steeg de ballon vanzelf op. Boven de huizen en straten van Porto waren overal keurrijke lichtjes te zien. Sommige stegen tot flinke hoogte op. Als de parafine op was doofde de vlam, koelde de lucht in de ballon en langzaam daalde deze dan om ergens neer te storten. Het was een prachtig gezicht.

Daarnaast liepen de mensen door de straten om elkaar met plastic hamers op de kop te meppen. Bij elke klap piepte de hamer. Omdat ik kaal en behoorlijk wat langer ben dan de gemiddelde Portugees was mijn hoofd een dankbaar object om flink op te rammen. Liesbeth en ik kochten bij en kraam ook een hamer en vermaakten ons door zo her en der klappen uit te delen.

Het was een vreemd maar uiterst vermakelijk feest. We waren onder de indruk van de prachtige luchtballonnen en hebben de volgende dag de hele stad uitgekamd om ballonnen te vinden. Dat viel nog niet mee. Zoiets als op 2 januari in Nederland op zoek gaan naar vuurwerk. Uiteindelijk vonden we een winkeltje die ergens achter nog een aantal ballonnen had en ik kocht de hele voorraad. Die ballonnen had ik meegenomen naar Frankrijk en ik besloot de grootste, ongeveer een meter in doorsnee bij goed weer op te laten tijdens onze eerste nieuwjaarsnacht in Belmont. Het was nagenoeg windstil en op een open plek achter in de boomgaard staken we de parafine in het bakje onder aan de ballon aan. Het duurde wel een aantal minuten voordat de lucht in de ballon warm genoeg was om het geheel te laten stijgen. Ik tilde de ballon op en heel langzaam ging hij omhoog. Een prachtige oranjegele bal steeg op uit onze tuin. Er was schijnbaar weinig wind nodig om de ballon een bepaalde richting te geven want er was geen sprake van een mooi verticaal stijgen. De ballon dreef heel rustig, stil, in de richting van HET HUIS. Tergend langzaam nam de hoogte toe en de richting was echt heel duidelijk recht op het huis af. Met zijn vieren keken we gespannen toe. Ingrijpen kon niet, we konden er niet meer bij. Ik zag de ballon al tegen het dak komen, het huis afbranden, de krantenkoppen. Onze eerste vakantie in ons tweede huis was meteen de laatste. Ik stond de ballon ongeveer omhoog te schreeuwen.
Het ging net, maar dan ook net goed. Tussen de daklijst van het huis en de ballon zat niet meer dan 40 cm. We haalden opgelucht adem en keken de ballon na.
"Jezus, dat doen we nooit meer." stamelde Liesbeth, "Wat een dom plan."
"Ik dacht dat het windstil was."excuseerde ik me.
"Jij moet niet denken." beet ze me toe.
Uiteindelijk werd het toch nog gezellig.

Geen opmerkingen: