Onze boomgaard grenst aan de tuin van Maurice. Hij is een zeventigjarige gepenspioneerde vrachtwagenchauffeur met ADHD. Zijn vrouw Dédé heeft veertig jaar de enige kleine supermarkt in het dorp bezeten. De laatste jaren voor hun beider pensioenering en de verkoop van de winkel werkte Maurice voor zijn vrouw. Hij bezorgde de boodschappen, reed naar de groothandel en kletste met iedereen in het dorp en de omgeving.
Maurice kent iedereen en houdt alles in de gaten. Niet dat hij meteen over de heg hangt als we in Belmont arriveren maar als we hem na een paar dagen spreken weet hij precies te vermelden wanneer we aangekomen zijn en wat we zoal gedaan hebben. In Nederland zou ik het vreselijk vinden maar hier, met zo veel afstand tussen de huizen heb ik er geen last van, vind ik het zelfs prettig want hij let op mijn huis bij mijn afwezigheid.
Maurice maakt al sinds jaar en dag eau-de-vie van de peren uit onze boomgaard. In de herfst raapt hij de gevallen peren, gooit ze in grote blauwe tonnen, hakt ze de peren in stukken en laat het eindeloos gisten. Na een aantal maanden rijdt hij met zijn tonnen naar een mannetje. Over dat mannetje doet hij wat geheimzinnig. Het stoken van de eau-de-vie is niet helemaal legaal.
Volgens Maurice stond er vroeger elk jaar een gote vrachtauto met een enorm distilleerapparaat op het marktplein om voor iedere dorpsbewoner eau-de-vie te stoken. Op een geven moment heeft de overheid dat steeds verder afgeknepen. Alleeen de mensen die altijd al eau-de-vie maakten kregen nog een vergunning. Nieuwe vergunningen werden niet meer uitgegeven. Op een gegeven moment waren er slechts enkele oudjes over en was het voor de stoker niet langer interessant om naar het dopsplein af te reizen. Zo hield het legale stoken op en kan er door particulieren alleen nog illegaal gestookt worden.
Zelf drinkt Maurice nauwelijks want hij kan er niet zo goed tegen, maar hij vindt het leuk om flessen weg te geven. Toen ik met hem kennismaakte tijdens het eerste bezoek aan Belmont was het eerste wat hij aan Ineke vroeg die mij aan hem voorstelde: "Kent hij mijn eau-de-vie?"
Toen bleek dat dat niet het geval was snelde hij naar de garage van zijn typische strakke saaie jaren tachtig woning om me een fles zelfgestookte poire te overhandigen met de mededeling vooral rustig te drinken omdat het nogal scherp was.
Maurice kent iedereen en houdt alles in de gaten. Niet dat hij meteen over de heg hangt als we in Belmont arriveren maar als we hem na een paar dagen spreken weet hij precies te vermelden wanneer we aangekomen zijn en wat we zoal gedaan hebben. In Nederland zou ik het vreselijk vinden maar hier, met zo veel afstand tussen de huizen heb ik er geen last van, vind ik het zelfs prettig want hij let op mijn huis bij mijn afwezigheid.
Maurice maakt al sinds jaar en dag eau-de-vie van de peren uit onze boomgaard. In de herfst raapt hij de gevallen peren, gooit ze in grote blauwe tonnen, hakt ze de peren in stukken en laat het eindeloos gisten. Na een aantal maanden rijdt hij met zijn tonnen naar een mannetje. Over dat mannetje doet hij wat geheimzinnig. Het stoken van de eau-de-vie is niet helemaal legaal.
Volgens Maurice stond er vroeger elk jaar een gote vrachtauto met een enorm distilleerapparaat op het marktplein om voor iedere dorpsbewoner eau-de-vie te stoken. Op een geven moment heeft de overheid dat steeds verder afgeknepen. Alleeen de mensen die altijd al eau-de-vie maakten kregen nog een vergunning. Nieuwe vergunningen werden niet meer uitgegeven. Op een gegeven moment waren er slechts enkele oudjes over en was het voor de stoker niet langer interessant om naar het dopsplein af te reizen. Zo hield het legale stoken op en kan er door particulieren alleen nog illegaal gestookt worden.
Zelf drinkt Maurice nauwelijks want hij kan er niet zo goed tegen, maar hij vindt het leuk om flessen weg te geven. Toen ik met hem kennismaakte tijdens het eerste bezoek aan Belmont was het eerste wat hij aan Ineke vroeg die mij aan hem voorstelde: "Kent hij mijn eau-de-vie?"
Toen bleek dat dat niet het geval was snelde hij naar de garage van zijn typische strakke saaie jaren tachtig woning om me een fles zelfgestookte poire te overhandigen met de mededeling vooral rustig te drinken omdat het nogal scherp was.
Inderdaad nogal sterk ofwel vreselijk sterk. Niet puur te drinken. Wij gooien hem over ijs en maken in navolging van Ineke een grote pot fruit met eau-de-vie. Na een aantal maanden staan heerlijk in een heeeeeeel klein glaasje of over een toetje.
2 opmerkingen:
Hé Hoi,
Wel blijven bloggen hoor, het is veel te spannend om te lezen hoe het jullie vergaat.
daag
Hermine
Dag, wat leuk je verhalen over de omgeving. Je blog is leuk. Ik ga je graag volgen. Op mijn blog kun je over de pareltjes lezen waar wij elke dag zo van genieten.Dag, Lilian
Een reactie posten