zondag 17 juni 2012
Kiwi
In het afgelopen najaar heb ik twee Kiwi-planten (een mannelijke en een vrouwelijke) geplant tegen een lelijke muur van de buurman. Een Kiwi groeit snel, heeft mooie bladeren en hecht zich niet aan de muur (moet geleid worden). Ook al had ik de planten voor eventuele vorstschade goed toegedekt met bladeren het bleef de vraag of ze de, strenge, winter hadden overleefd. In mei verschenen de eerste blaadjes aan het vrouwtje, het mannetje leek de winter niet te hebben doorstaan.
Klussen 8: Muren voegen en ander zwaar werk
Wie denkt dat ik alles alleen doet heeft heeft het mis. Soms krijg ik hulp. Zoals van mijn familie en van Fleur, mijn liefje. Zij houdt van het zware werk, met de boorhamer de loszittende stukken uit de muur hakken, de sleuven maken voor het elektra in de te renoveren kamers.
zaterdag 16 juni 2012
Zicht op Belmont 2
Overal in het canton Belmont zijn wandelingen uitgezet. Tijdens wandeling nummer 5 zie je Belmont in de verte liggen.
Klussen 7: Werken met de steiger
Mijn huis is hoog. Tot aan de dakgoot is het al minstens 9 meter. Tot de nok van het dak 13 a 14 meter.
Ik durfde nooit op het dak maar met de nieuwe steiger durf ik het wel. Kan ik eindelijk kapotte leien vervangen, de dakgoot repareren en schilderen.
vrijdag 15 juni 2012
Gevonden dia's 3: groepsportretten
Samen op de foto gaan is van alle tijden. De manier waarop het gebeurt verandert in de loop der tijd. Lang geleden, toen slechts een beperkte groep rijken de beschikking had over een, ingewikkeld, fototoestel werden de, vaak geposeerde stijve, (groeps)portretten gemaakt bij speciale gelegenheden. Daarvoor werden de mooie kleren aangetrokken en in een speciale ruimte bij de fotograaf werd de foto gemaakt. Na de tweede wereldoorlog kregen steeds meer mensen de beschikking over een (kleinbeeld) fototoestel en veranderden de groepsportretten van sfeer en compositie. Ze werden minder stijf.
Monument
Vermoedelijk zijn naast mij veel anderen onder de indruk van de monumenten die je in elk dorp aan treft. Lange lijsten namen van (jonge) mannen die met name tijdens de eerste wereldoorlog om kwamen. Zelfs in de kleinste gehuchten vind je deze monumenten. Op diverse plekken kom je dit beeld tegen. Deze staat in Echoce, op een hoge sokkel. Het lijkt net een echt geweer als je er voor staat. Maar inzoomend op de foto zie dat het een onderdeel van het beeld is.
maandag 11 juni 2012
Stukje rijden
De eerste dag van het verblijf van mijn familie in Belmont zijn we op alle beschikbare brommers naar een rommelmarkt in een dorpje in de buurt gegaan. Jos op de Berini M23, Friedus op de Spartamet, Mart op een Solex die al minstens 20 jaar niet gelopen had, ik op de Peugeot 103, Lars op de fiets en mijn zus er in mijn auto als bezemwagen achteraan. Dikke pret. Bergop sleepte ik Lars mee naar boven. De mannen op de rolaandrijvers trapten zich ongans. Maar de glimlach verdween niet van hun gezicht. Uiteindelijk die ochtend meer dan 50 kilometer zo afgelegd.
Water 2
Afgelopen week waren mijn twee broers en een zus met man en zoon op bezoek. Met zijn allen in de camper van mijn zus.
'Hoe is het eigenlijk met je pomp en de aanvoer van het water?' vroeg Mart, mijn zwager in de cave tijdens een rondgang door het huis.
'Er moet toch ergens een put zijn.' We speculeerden op de mogelijke plekken waar de put zich zou kunnen bevinden. Ik heb geen idee wat ik me bij een put in Frankrijk voor moet stellen.
'Er moet toch ergens een put zijn.' We speculeerden op de mogelijke plekken waar de put zich zou kunnen bevinden. Ik heb geen idee wat ik me bij een put in Frankrijk voor moet stellen.
'Vroeger maakte men al een put voordat met de bouw van het huis werd begonnen,' vertelde mijn oudste broer, 'Men had ook tijdens de bouw water nodig, waterleiding zoals we dat nu kennen was er nog niet en met een put had men al tijdens de bouw de beschikking over water.'
'Als ik naar de richting kijk die de loden pijp aan wijst die onder de pomp uit komt zou je denken dat hij hier naar links gaat.' merkte Mart op. 'Ik ga buiten, achter de deur een gat graven om te kijken of ik de pijp daar tegen kom.' Niet veel later ging de schop de grond in en na enig hakken en graven werd de loden pijp gevonden. Net buiten het huis maakte de pijp een bocht in de richting van de weg.
'Laten we een meter verderop nog een gat maken.' stelde Mart voor. En zo verschenen er meter na meter gaten in de grond en werd de loden pijp gevolgd helemaal naar de hoek van het huis. Toen daar gegraven werd bleek de oude regenafvoer stuk. De grond was zeiknat. 'Hier is de riolering lek,' meldde mijn oudste broer, 'dat moeten we wel repareren. Graven en helemaal bloot leggen.'
Bij de hoek van het huis maakte de de loden pijp een hoek van 90 graden richting de ingang van het terrein. Plotsklaps kwamen we aan het einde van de loden pijp. Midden op het pad hield het op.
'Vorig jaar was er nog water, kon ik nog water pompen,' zei ik, 'Ik weet wel hoe het kan! Deze winter hebben ze nieuwe waterleiding naar het huis gebracht en onlangs zijn er nieuwe elektrische bedrading getrokken. In het dorp gaat alles onder de grond. Met het graven van de sleuven hebben ze de pijp kapot getrokken.' We waren in de war. Ongeveer tien meter hadden we de pijp kunnen volgen en nu waren we op een eindpunt aangekomen. 'Misschien was de put wel hier ergens en hebben ze met de graafmachine alles vernield. ' We besloten om in de richting die de pijp tot dat moment aan gaf verder te graven. Het eerste gat leverde niks op.
'Ja, die werkers kennen ook de prijs van lood, misschien hebben ze hem er wel gewoon uit getrokken.' zei mijn jongere broer. Een volgende gat, een meter verderop leverde aanvankelijk weinig op. Maar ik wilde niet opgeven en bleef dieper en dieper graven totdat ik op de loden pijp stuitte die we verder volgen konden. Enkele gaten verder stuitte mijn zwager met het los hakken van de grond op een grote steen. 'Ik denk dat we hem hebben.' riep hij. In flink tempo werd een grote platte steen bloot gelegd en schoon geveegd. Voorzichtig werd hij op zijn kant gezet. Vier koppen nieuwsgierig dichtbij om de eerste blikken in het gat te kunnen werpen.
'Prachtig, wat een mooie put. Kijk, helemaal gestapeld en zo te zien mooi schoon.' Met een touw waaraan een stuk lood was bevestigd werd de diepte gemeten. We kwamen op drieeneenhalve meter. Het water stond op ongeveer 50 centimeter van de rand. De volgende dag werd de kapotte riolering gerepareerd en een nieuwe pijp getrokken van de put naar de cave. Tegelijkertijd werd er een nieuwe aardpen in de put geslagen, volgens mijn oudste broer een hele goede plek om een aardpen te slaan. Daarna werden alle gaten weer dichtgegooid.
vrijdag 8 juni 2012
Duiven
In de nok van het dak, op de onderste balk is ruimte om heel beschut een nest te bouwen. Ooit zat er al een duif, vorig jaar huisde er een roofvogel en dit jaar had de duif weer zijn intrek genomen. Maar ik heb een hekel aan de stront die langs de muren grijze sporen trekt. Elke ochtend om 5.30 uur wakker worden met eindeloze roekoe serenades gaat snel vervelen. Daarnaast ben ik gewoon geen duivenfan. Dus besloot ik deze week dat het afgelopen moest zijn. Met de langste ladder op het balkon kon ik net bij de onderste balk. Ik kon het nest in de verte zien liggen maar ik kon er niet bij. Heb de ingangen zo goed als ik kon dichtgestopt met gaas. Nu hoor ik de hele tijd die jonkies piepen. Zielig!!! En die oude duiven af en aan vliegen. Het doet me pijn, ik schaam me.
Wereldomroep
Het was aangekondigd maar ik wist niet precies wanneer de uitzendingen van de wereldomroep definitief zouden stoppen. Na 11 mei ben ik nog een aantal ochtenden vergeefs in de weer geweest om op het kleine transistorradiootje de vertrouwde krakende Nederlandse uitzendingen te vinden. Alsof het niet wƔar kon zijn. Ik heb alle kanalen afgezocht en uiteindelijk heeft Fleur thuis in Nederland op internet voor me opgezocht dat inderdaad op 11 mei de laatste uitzending plaats vond. Voor mij gaf het luisteren naar de wereldomroep op een krakende radiootje het ultieme vakantiegevoel. In Belmont een ritueel wat hoorde bij mijn ontbijt. Met de Franse krant waar ik niet echt veel wijs van word, een verse warme flute en de wereldomroep. Nu moet ik het doen met slechts de Franse krant. Als ik Le Progres lees gaat het politieke en economische nieuws me grotendeels boven de pet. Ik vind het vreselijk dat ik het niet begrijp en baal dat ik op de middelbare school niet beter opgelet heb, me wat meer had ingespannen. Nu kan ik slechts het simpele nieuws volgen. De ongevallen, de moorden en verkrachtingen.
Of zal ik toch maar internet nemen?
Klussen 6: luiken
Vandaag ben ik begonnen met het uit elkaar slopen van de oude luiken van het keukenraam en opbouwen van de bij vriend Juk gezaagde nieuwe meranti luiken. Ik wil de oude luiken namaken. Ik ben goed in namaken. Ik kan eigenlijk alleen maar namaken. Elk luik beslaat uit twee panelen. Dus ieder raam heeft vier panelen. In elk paneel zitten dertig ijzeren lamellen die ik wil hergebruiken in de nieuwe luiken. Die dertig lamellen zitten vast met vier schroefjes. Ik moet van al die schroefjes de verf weg bikken, de gleuf open hakken en dan het schroefjes er uit draaien. Per raam komt dat neer op vier maal honderdtwintig schroefjes, vierhonderdtachtig schroefjes. Dan moet ik al de lamellen schuren en met vierhonderdtachtig schroefjes bevestigen op het meranti raamwerk. O ja, dan was ik het schilderen nog vergeten.......
Het begint er op te lijken
Klaar
Mei 2012
Het leek een eindeloze reisdag. Om vijf uur was ik al op om de auto die ver van mijn huis op een van de laatste gratis parkeerplekjes van Amsterdam geparkeerd stond op te halen. Na ontbijt, dozen vol spullen ingeladen, wat sjouw ik toch iedere keer weer een hoop mee naar Frankrijk, zat ik om 7 uur in de auto op weg naar mijn broer in Brabant om daar de aanhanger en de steiger op te halen. Tja, dan drink je er nog koffie, moet alles eindeloos nauwkeurig worden vastgebonden en iets over tienen was ik dan eindelijk onderweg.
Het ging niet hard, de tandemasser hing zwaar te zijn achter de auto. Zo gauw de weg ook maar iets op liep zakte de snelheid flink terug. Uiteindelijk bereikte ik om half negen 's avonds Belmont.
En alles was zoals ik het had achter gelaten bijna vier maanden geleden. De overburen hadden me schijnbaar al gezien. Ze stonden te zwaaien en riepen dat het hard ging waaien de nacht die komen ging. Als de buren je waarschuwen voor harde wind is er het ernstig. Dat betekent storm.
Ik zag dat de hortensia's behoorlijke vorst schade hadden opgelopen. De geplante Annabellen stonden er echter prima bij. Allemaal uitgelopen.
In Belmont wordt hard gewerkt aan het onder de grond leggen van het elektra. Ik was even bang dat men mij, zoals bij bij de aanleg van nieuwe waterleiding had afgesloten maar gelukkig had ik gewoon stroom.
Het stormde inderdaad de eerste nacht. De wind raasde om het huis en alles rammelde en klapperde. Ik sliep vreselijk slecht. 's Ochtends nam ik de schade op. De elektriciteit was uitgevallen. Even was ik bang dat de elektriciteitskabel die mijn huis met het net verbindt was weggeblazen maar die zat nog keurig aan het huis vast. In de verte hoorde ik een aggregaat aan het werk dus ging ik er maar vanuit dat in het hele dorp, misschien het canton de stroom was uitgevallen. Op zoek naar petroleumlampen in de schuur viel me op dat het doorgaans donkere hok wel erg veel daglicht binnen liet. Bleek dat er een hoop dakpannen van mijn aanbouw waren weggewaaid en de regen naar binnen sijpelde.
Op weg naar de bakker, zou die wel brood hebben?, zag ik dat bij de oude overburen het prieel waaronder ze 's zomers zo vaak van het heerlijke weer genieten was weggewaaid en op straat lag.
Heerlijk, kon ik me als goede betrokken buurman etaleren. Ik bonsde op de gesloten luiken maar bespeurde geen beweging. Op vakantie?
Ik klopte aan bij RenƩ, een andere buurman die met slaapogen open maakte. Samen met hem haalde ik de spullen van de straat en daarna dronk er bij hem een kop koffie. De vakantie was begonnen.
De schoonheid van vervuiling, autowrakken.
Soms kom ik tijdens een wandeling zo maar ergens op een rare plek een autowrak tegen dat heel langzaam in stukjes uiteen valt. Voor mij hoort dat echt bij Frankrijk, net zo als de verlaten huizen. Ik kan het niet laten er foto's van te maken en heb door de jaren heen heel wat wrakken op de foto gezet.
maandag 9 april 2012
Sus
Sus, mijn hond, is geboren in 2006, komt uit een Limburgs asiel uit de buurt van Susteren (vandaar Sus) en gaat vanaf het begin mee naar Belmont. Een hele dag in de auto liggen is geen probleem. Zij slaapt en heeft voldoende aan een korte stop voor een plas. Een dag voordat ik afreis naar Belmont en spullen klaar zet is Sus zenuwachtig. Weer thuis is Amsterdam zit ze enkele dagen depressief voor de deur.
Sus waakt over het terrein, haar terrein. Zij zit als het heet is graag in de deuropening op de koude tegels.
Tijdens haar rondes over het terrein kijkt ze soms even naar binnen om te kijken wat ik aan het doen ben.
Na een hele dag buiten is zij 's avonds vaak zo moe dat zij in slaap valt met haar bot nog tussen de poten.
Sus gedraagt zich als een kat. Hier ligt ze in een vroeg voorjaarszonnetje in de vensterbank.
Als we in Frankrijk zijn krijgt ze een andere penning aan haar halsband met daarop het telefoonnummer van buurman Maurice. Dus mocht ze echt ooit weglopen dan komt ze via die weg wel weer terug, hoop ik.
Met haar jachtinstinct kan zij er uit de voeten. In de bossen tijdens de wandelingen kan zij zo maar een kwartier weg zijn en met de tong ver uit de bek hijgend terug komen. In het begin was ik bang dat ik haar kwijt zou raken maar iedere keer komt ze weer terug.
Sus is, weer of geen weer, de hele dag buiten. Ook in de winter, zit ze, onder de sneeuw op de muur. Ze jaagt de katten weg, graaft mollen en muizen uit en loopt over de muur. Aan het heftig bewegen van haar kont kan ik zien dat er iemand voorbij komt. Sus is geen waakhond, ze vindt iedereen leuk.
zaterdag 7 april 2012
Grasmaaien
De boomgaard
Mijn tuin heeft een voor mijn begrippen enorme oppervlak van ongeveer vijftienhonderd vierkante meter. Het grootste gedeelte bestaat uit de oude boomgaard, gras en bomen. Ik zou er prima een paar geiten kunnen houden als ik permanent in Frankrijk zou wonen. Maar aangezien ik slechts mijn vakanties in Frankrijk door kan brengen is levende have geen optie. En gras groeit hard!! De vorige eigenaar liet een paar keer per jaar een mannetje uit het dorp komen die het gras maaide. Soms deed hij het zelf met de bosmaaier. Hij was dan dagen bezig om het gras een beetje kort te krijgen. Dat was nou niet mijn plan. Ik wilde best maaien maar er was meer werk te verzetten dan gras maaien.
Via internet oriƫnteerde ik me op een grasmaaier. Omdat je niet kan spreken van een strakke grasmat, Sus graaft graag mollen en muizen uit en dat is haar maar moeilijk af te leren, moest er een grasmaaier komen die dat aan kon. Daarnaast ben ik er maanden niet en dan staat het graag hoog. Het leek me helder dan een simpel grasmaaiertje dat niet aan kon. Ik kwam uit bij de AS maaiers. In de reclamefilmpjes zag ik ze moeiteloos metershoog gras plat leggen. Zo'n ding wou ik ook. Maar mijn god, die prijzen!!
Avonden bracht ik mijn tijd door met speuren naar een tweedehandsje maar echt vaak werden ze niet aangeboden. Uiteindelijk lukte het me er een op de kop te tikken voor honderdvijfentwintig euro in het oosten van het land. Het ding zag er goed uit, wel een beetje anders dan ik op de internetfilmpjes had gezien, maar hij liep keurig.
Bij mijn eerste maaibeurt in Frankrijk bleek hij fantastisch te maaien maar er was een nadeel: dit was een goedkoper model die geen aangedreven wielen had en die ik dus moest duwen. Prima geschikt voor een Hollands gazonnetje maar voor de boomgaard in Frankrijk niet echt handig. Het was echt hard werken om een rondje boomgaard te doen. Vooral de eerste maaibeurt als het gras en onkruid vijftig centimeter hoog stond liep het zweet me na een kwartier in straaltjes van mijn hoofd. Het maaien was geweldig voor mijn conditie en iedereen lachte me uit.
AS maaier 1
Na twee seizoenen liep ik via een bekende Nederlandse site voor tweedehandsproducten tegen een hele oude zelfaandrijvende AS motormaaier aan. En hij was ook nog eens heel goedkoop. Waarom dat hij zo goedkoop was zag ik toen ik ging kijken. Het was een wrak. De motor liep en klonk aardig, de aandrijving werkte en hij leek redelijk compleet. Maar in het plaatwerk zaten overal gaten, hij was niet een klein beetje rot. En hij was een beetje krom, alsof een auto over het stuur gereden was. Ik kon echter geen weerstand bieden. Het feit dat hij zelfaandrijvend was maakte dat ik na twee seizoenen zwoegen voor de bijl ging. Ach, ik had een winter voor de boeg en eindeloos de tijd om bij mijn vriendjes van de sleutelclub (oude auto's, motoren en brommers) al die gaten te dichten.
En weer werd ik uitgelachen toen ik trots het gevaarte uit mijn bestelauto tilde bij de motorjongens.
"Ik mag hopen dat je niet te veel betaald hebt," was het eerste commentaar. Maar toen na een aantal rukken aan het starttouw de 160cc tweetakt tot leven kwam was men iets meer onder de indruk. Ondanks het gerammel van loszittende onderdelen klonk een 'woest' en krachtig geluid.
"Gewoon een paar gaatjes dichtlassen, her en der wat vervangen en ik heb een prachtige machine," zei ik optimistisch. "Een paar gaatjes? Er is meer gat dan staal. Nou succes er mee."
Ik demonteerde het mes en constateerde dat de beveiligde koppeling die er voor zorgt dat de motor niet ontwricht wordt als het mes ergens in vast slaat helemaal los lag, bij het verwijderen van de motor bleken de meeste ophangrubbers aan gort, door het trillen waren er wat bouten afgebroken, er miste toch wel het een en ander en er werd maar een wiel aangedreven.
'Ach," dacht ik "Ik heb in Frankrijk nog een andere AS en kan gewoon een hoop onderdelen overzetten."
Uren heb ik plaatjes op maat staan knippen en er in gelast. Het was een ware lappendeken aan plaatjes uiteindelijk. Ik laste ze aan de binnenkant zodat je eraan de buitenkant nagenoeg niets van zag. Een aantal lagen verf en een coating en mijn AS was weer 'als nieuw'. Na een aantal avonden monteerde ik na de carburateur keurig schoon gemaakt te hebben de motor met nieuwe rubbers. Het werd tijd voor een test. Benzine er in en starten maar. Eindeloos heb ik aan het touw staan trekken, niks. De hele motorclub liep uit, iedereen bemoeide zich er mee, alles werd uit de kast gehaald maar met zijn allen kwamen we er niet uit. Het ding deed niks. We krabden ons achter de oren en gaven het op.
"Ik neem hem gewoon mee naar Frankrijk," dacht ik "en zet er de andere motor op. Geen probleem."
Toen ik in het voorjaar in Frankrijk mijn beide AS maaiers naast elkaar zette bleek er te veel veel verschil in beide types om simpelweg onderdelen over te zetten. Ik besteedde nog een halve dag aan pogingen het gevaarte aan de praat te krijgen en gaf het toen op. Maaide mijn boomgaard weer moeizaam en chagrijnig met het oude apparaat.
Met buurman Maurice besprak ik tijdens een drinkpauze over de heg de maaimachineproblematiek.
"Heb je het mes wel gemonteerd? Want zonder mes doet ie het niet. Ik heb dat ook ooit bij de hand gehad met mijn machine" zei Maurice.
Waarom zou dat mes nou nodig zijn om die motor te laten lopen? Ik geloofde er niet in.
In de loop van de vakantie 'vergat' ik mijn maaier en stortte op andere klussen. Een paar dagen voor vertrek sprak ik Maurice weer. "Over een paar weken komt een vriend van me langs, hij werkt met grasmaaiers. Als je hem helemaal in elkaar zet kijken we er wel even naar." Die kans liet ik me niet ontgaan en een dag voor vertrek terug naar huis monteerde ik alle nog ontbrekende onderdelen waaronder het geslepen mes. Toen alles in elkaar zat moest ik toch nog even een poging wagen. Benzinekraan open, beetje choke een ruk aan het starttouw. In een behoorlijke rookpluim en onregelmatig ploffend kwam de motor tot leven. Ik krijste het uit. "Hij doet het!!!!!!"
Het was toch dat ontbrekende mes geweest!!!
Volgens de motorjongens die ik later het verhaal vertelden kon het wel kloppen. Het mes functioneert als een vliegwiel.
Met buurman Maurice besprak ik tijdens een drinkpauze over de heg de maaimachineproblematiek.
"Heb je het mes wel gemonteerd? Want zonder mes doet ie het niet. Ik heb dat ook ooit bij de hand gehad met mijn machine" zei Maurice.
Waarom zou dat mes nou nodig zijn om die motor te laten lopen? Ik geloofde er niet in.
In de loop van de vakantie 'vergat' ik mijn maaier en stortte op andere klussen. Een paar dagen voor vertrek sprak ik Maurice weer. "Over een paar weken komt een vriend van me langs, hij werkt met grasmaaiers. Als je hem helemaal in elkaar zet kijken we er wel even naar." Die kans liet ik me niet ontgaan en een dag voor vertrek terug naar huis monteerde ik alle nog ontbrekende onderdelen waaronder het geslepen mes. Toen alles in elkaar zat moest ik toch nog even een poging wagen. Benzinekraan open, beetje choke een ruk aan het starttouw. In een behoorlijke rookpluim en onregelmatig ploffend kwam de motor tot leven. Ik krijste het uit. "Hij doet het!!!!!!"
Het was toch dat ontbrekende mes geweest!!!
Volgens de motorjongens die ik later het verhaal vertelden kon het wel kloppen. Het mes functioneert als een vliegwiel.
Abonneren op:
Posts (Atom)