Ik ben een fan van ‘Ik vertrek’ en zoals veel Nederlanders geniet ik enorm van miskopen, verbouwellende, relatieproblemen door alle stress en iedere keer weer prijs ik mij gelukkig dat ik nog een huis in Nederland heb en niet afhankelijk ben van inkomsten die ik bijeen moet harken in Frankrijk in een slecht betaald baantje of uit de zo bekende Chambre d’hôtes (in mijn kringen misprijzend Chambre Dood genoemd). Ik ben geen ondernemer en daarnaast ook nog een scheitert, zie meer gevaar dan kansen.
Om een beetje bij te blijven en voor klusadvies kijk ik met regelmaat op Nederlanders.fr, de site voor Nederlandstaligen in Frankrijk. Daar kwam begin 2023, een bericht voorbij dat het, in verband met afschaffen van de Tax Habitation, noodzakelijk was, nou ja verplicht eigenlijk, om contact te hebben met de Franse belastingdienst. Dat contact was nodig om te bepalen wie er recht had op dat afschaffen en wie niet. Informatie doorgeven kon via de site van de belastingdienst maar toegang tot de site was alleen mogelijk als mijn identiteit was gecontroleerd en dat kon alleen door naar het belastingkantoor te gaan. En dan niet in het kleine kantoortje in Charlieu maar daarvoor moest ik helemaal naar Roanne. Ik las ook in dat bericht dat ik geen recht had op die kwijtschelding, het geldt namelijk niet voor tweede huizen. Ik liet het er maar bij zitten. Als het te moeilijk wordt ben ik heel goed in mijn kop in het zand te steken. “Ik niet begrijpen, ik buitenlander. Sorry, sorry, sorry.” Vooral in heel erg onderdanig en hulpeloos aanbieden van mijn excuses ben ik een meester. Ik ga al voor de strijd liggen met de pootjes omhoog. Ik vergat de hele kwestie totdat ik, toen ik in het voorjaar van 2023 voor langere tijd in Frankrijk was, steeds dwingender berichten ontving dat er toch echt contact moet zijn geweest voor 1 juli van dat jaar. Het was inmiddels juni en ik begon hem te knijpen, kon mijn kop niet langer met zand bedekt houden. Ik vroeg mijn Franse vrienden op de vaste vrijdagavondborrel of ik naar Roanne moest gaan of dat ik het kon negeren. Men raadde me dringend aan om het er niet bij te laten zitten. Samen probeerden we online een afspraak bij het belastingkantoor in te plannen maar dat lukte ondanks diverse pogingen niet.
Op een ochtend waarop volgens de site het kantoor in Roanne open zou moeten zijn reden Hans en ik, Hans wilde me wel assisteren bij deze klus, naar Roanne. Ik had alle papieren inclusief paspoort bij me en op mijn telefoon had ik een Franse tekst waarop stond wat ik kwam doen want ik was bang dat ik van de zenuwen niet goed zou kunnen uitleggen wat het doel van mijn bezoek was. Google Maps stuurde me door smalle straatjes en bij een gebouw waar volgens Maps het kantoor zou moeten zijn, ook hier weer zo’n in mijn ogen lelijk flatgebouw, zag ik buiten al behoorlijk wat mensen staan. Ik was niet de enige die voor de deadline van 1 juli wat te regelen had schijnbaar. De drukte zorgde er ook voor dat ik nog een poosje bezig was met zoeken naar een parkeerplaats welke ik een aantal straten verder vond. Hans pakte een boek uit zijn tas. “Ik wacht hier wel op je.” Tja, daar heb je ook wat aan.
Bij het gebouw aangekomen, een twintigtal mensen stonden buiten te wachten en door de openstaande deur zag ik dat er ook binnen veel mensen wachtend tegen de wanden stonden. Ik zocht naar iets van een logica in de wachtrij, eventueel een nummertrekautomaat, maar zag niets wat me kon helpen. Uit de drukte kwam een man op mij af en vroeg me wat ik kwam doen. Ik liet hem mijn telefoonscherm zien waarop de dringende oproep stond om zich te melden bij het belastingkantoor vanwege de Taxen. De man wierp er een snelle blik op en gebaarde me mee te komen. Hoogst verbaasd liep ik achter hem aan. Hoezo ik, waarom de anderen niet, wat was de logica? Ik zag mezelf als een bevoorrechte blanke in een ontwikkelingsland waar wachtrijen slechts gelden voor de arme donkere bevolking. De man leidde mij door smalle gangetjes vol wachtende mensen, kleine ruimtes met daarin bureaus met daarop een computerscherm waarachter mensen zaten, stonden. Ik werd zo’n ruimte met een stuk of vier werkplekken ingeleid en achter een scherm gezet. De man zetten het scherm aan en vertelde me dat ik aan het werk kon gaan. Ik had geen enkel benul wat er van me verwacht werd en na een minuut van wanhopig naar het scherm staren, brabbelen in mijn beste Frans dat ik “Sorry, sorry, excusez moi, buitenlander” deze klus echt niet zelfstandig kon klaren, gebaarde hij me dat ik moest blijven zitten en hij iemand ging halen die me ging helpen waarop hij vertrok. In de minuten die volgden kon ik een beetje om me heen kijken. Ik lachte vriendelijk naar een oudere dame die op een paar meter afstand achter eenzelfde bureau met scherm zat te wachten en we haalden gelijktijdig onze schouders op.
Inmiddels voelde ik aandrang opkomen. Ik moest plassen maar besloot niet op zoek te gaan naar de toiletruimte uit angst dat ik daarmee mijn plek achter dit scherm kwijt zou raken. Na ongeveer een kwartier, ik begon me af te vragen of ze me niet vergeten waren maar het feit dat de bejaarde dame ook nog steeds zonder enige vooruitgang wachtte stelde me gerust, kwam er een jonge man met een klein baardje die zich keurig voorstelde, naast me staand het toetsenbord naar zich toe schoof, het systeem wakker maakte, inlogde op de site van de Franse belastingdienst en toen het toetsenbord weer naar mij schoof met een gebaar dat ik nu aan het werk kon. Ook deze hulp werd geen succes aangezien ik geen enkel benul had wat te doen en na een paar pogingen mij in snel Frans, waar ik door het tempo en door het afleidende geroezemoes niets van begreep werd ook deze meneer duidelijk dat het niet ging werken. Hij meldde me dat hij iemand anders ging zoeken, verzocht me te wachten en vertrok. De bejaarde dame, nog steeds zonder hulp tegenover mij, lachte vriendelijk naar me waarop ik nog naar eens mij schouders ophaalde. De drang om te plassen werd langzaam erger maar ik peinsde er niet over om weg te gaan.
Na nogmaals een minuut of tien kwam er een nieuwe meneer die me verzocht en gebaarde mee te komen. Ik pakte snel mijn spullen bij elkaar, groette vriendelijk de oude dame en liep achter de man naar een ander soortgelijk kantoortje als waar ik net vandaan kwam en hij verzocht mij plaats te nemen op een stoel. Ik zat nu aan de achterkant van een bureau. Tegenover mij zat een vrouw van een jaar of dertig, duidelijk de ambtenaar, blik gericht op het scherm, vingers jaloersmakend snel typend op het toetsenbord. Naast haar zat een dame van mijn leeftijd met een map papieren op haar schoot. Privacy was afwezig. Ik kon als ik dat wilde het hele gesprek volgen maar deed mijn best om niet te luisteren wat gezien mijn nieuwsgierige aard best moeilijk was. Wat hielp was dat mijn aandacht behoorlijk werd afgeleid door een alsmaar toenemende plasdrang. Het begon echt nijpend te worden. Na enige tijd was mevrouw klaar, werden de papieren in een tas gestopt en vertrok zij. De beambte lachte vriendelijk naar me en verzocht me naast haar op de stoel plaats te nemen. Ze had aan weinig woorden genoeg om te begrijpen wat ik kwam doen en ging als een razende aan het werk om te zorgen dat ik autorisatie kreeg voor de site van de belastingdienst. Ik overhandigde haar mijn telefoon waarop zij, geen idee wat, dingen deed. Af en toe kreeg ik de telefoon terug voor het aanmaken van een wachtwoord waarop zij, terwijl ik een wachtwoord verzon en intypte, discreet haar hoofd afwendde, wat mij dan weer een gevoel van vertrouwen gaf. Na een minuut of vijf was het volgens haar klaar. Ik had toegang tot de site, er was vastgelegd dat mijn Franse huis een maison secundaire (tweede huis) was en ook werd mijn nieuwe Nederlandse woonadres, ik was inmiddels net weer verhuisd, in het systeem vastgelegd.
Bij het weggaan vroeg ik haar of er ook een toilet was in het gebouw want ik moest dringend mijn veel te volle blaas ledigen. ‘Non.’ was haar korte resolute antwoord. Ik was perplex. Geen toilet. Hoe moest dat met al die bejaarde mensen met mogelijk blaas- en prostaatklachten die ik zag in de eindeloze wachtrij. Stel dat in Nederland mensen die mee zouden maken, wachten zonder nummertje, niet weten wanneer je aan de beurt bent, geen wachtruimte met stoelen en koffieapparaat met gratis koffie om gunstig te stemmen en dat ook nog geen toiletruimte. Ik denk dat er moord en brand werd geschreeuwd, er gesproken werd van schandalige behandeling van de burger, het zou de pers halen en nederige excuses van de burgermeester.
Ik haastte me naar buiten op zoek naar een plasplek. Maar in dit deel van de stad geen stukje groen, een verstopte boom waarachter ik me kon verschuilen. Uiteindelijk vond ik een pleintje met garageboxen waar ik in een hoekje, me bespied wanend door tientallen mensen vanuit de ramen van de omliggende flatgebouwen me eindelijk kon ontspannen.
Mijn ervaringen met de bureaucratie, niet alleen in Frankrijk, zijn niet heel erg vertrouwenwekkend dus was ik sceptisch of alles naar wens zou werken. Eerst zien en dan geloven. Maar ik ontving, toen de tijd daar was, een rekening per email, kon betalen via de app, niet op de telefoon maar wel op de laptop. Na twee maanden was het verschuldigde bedrag nog steeds niet afgeschreven en begon ik me zorgen te maken. Maar na lang wachten gebeurde het uiteindelijk toch. Het werkt. Joepie!
1 opmerking:
Heerlijk verhaal, zie je in gedachten daar zitten. Alles gelukt uiteindelijk en ach... je hebt je broek droog gehouden, toch fijn ;-)
Een reactie posten